dinsdag 31 augustus 2010

Eerste indruk: Endeavor

De laatste tijd heb ik een aantal middelzware spellen gespeeld die sinds eind vorig jaar zijn verschenen: Macao (een spel over scheepvaart en het opbouwen van een handelsimperium in het Verre Oosten); Vasco da Gama (een spel over ontdekkingsreizen en het ontwikkelen van handelsroutes naar de Oost); en het Koopmanshuis (een spel over handelsschepen en koopwaar uit verre landen). Alleen dat laatste spel kon mij boeien. Ik was daarna niet echt gemotiveerd om Endeavor te proberen, een spel over ontdekkingsreizen, kolonisatie en handel. Maar tijdens het spelen bleek ik er toch onverwacht plezier in te hebben.

Het spel duurt 7 ronden. Aan het begin van iedere ronde kiest iedere speler een gebouw, en legt deze op zijn persoonlijke speelbord. De gebouwen doen denken aan die van Puerto Rico: op de meeste staan rondjes afgebeeld waar de eigenaar later een werkman naar toe kan sturen om een actie te nemen.

Na het bouwen krijgt iedere speler een aantal nieuwe werkmannen uit de voorraad. Bovendien keren iedere beurt een aantal werkmannen terug uit de gebouwen waar ze een vorige ronde zijn ingezet. Hierna begint de hoofdfase van het spel: het inzetten van al deze werkmannen. De spelers voeren om de beurt een van de acties uit in een van hun eigen gebouwen, net zolang tot de mannen op zijn. En nadat iedereen gepast heeft is de ronde voorbij.

Er zijn 4 verschillende acties in het spel, waarvan er een vanaf het begin mogelijk is: het "koloniseren". Hiervoor zijn twee werkmannen nodig: een daarvan wordt in een eigen gebouw gezet, en de ander in een van de forten op de wereldkaart op het spelbord. Ieder fort dat je aan het eind van het spel bezit is een punt waard. Ook iedere verbinding tussen twee forten van dezelfde speler is een punt.

Aan het begin van het spel is alleen Europa beschikbaar. Om forten te bouwen in andere werelddelen moeten deze eerst ontdekt worden. Dit gebeurt door de actie "uitvaren". Hiervoor plaats je weer een werkman in een gebouw, en een op een van de zes scheepstracks. Als een scheepstrack vol is, kan er op dat continent gebouwd worden, maar natuurlijk alleen door spelers die meegeholpen hebben het te ontdekken.

De derde actie kost zelfs drie werkmannen: het aanvallen en overnemen van het fort van een andere speler. Als laatste mogelijkheid kan je ook een kaart pakken van een van de stapels op het bord, maar alleen als je voldoende mannen in het desbetreffende werelddeel hebt staan.

Het spel gaat uiteindelijk om punten. Naast de al eerder genoemde punten die je voor forten krijgt, zijn er ook een viertal scoresporen. Bij ieder fort dat je inneemt, of plaats die je bezet op een scheepstrack, krijg je een fiche met een van de vier symbolen van de scoresporen. Die symbolen staan ook afgebeeld op de kaarten die je in een werelddeel kan krijgen. Ieder symbool dat je verzamelt is een punt waard (min of meer), maar brengt bovendien voordelen met zich mee: als je verder komt op het eerste scorespoor kan je aan het begin van een beurt betere gebouwen nemen. Het tweede scorespoor bepaalt hoeveel werkmannen je iedere beurt krijgt, en het derde bepaalt hoeveel werkmannen er iedere ronde terugkeren om opnieuw ingezet te worden. Het laatste scorespoor geeft aan hoeveel kaarten je in totaal voor je mag hebben liggen.

Het zijn geen wereldschokkende innovaties die Endeavor biedt. Maar er zit een goede vaart in het spel, omdat het een vast aantal ronden duurt. De ronden duren zelf ook niet al te lang. Wel krijg je steeds meer mannen ter beschikking, zodat je echt het idee hebt iets op te bouwen. Omdat je alleen acties kan doen in je eigen gebouwen, bepaalt iedere speler door zijn keuze van gebouwen zelf welke acties er mogelijk zijn. Het lijkt erop dat het bouwen van forten, het ontdekken van verre landen, het verzamelen van kaarten, en het oorlog voeren tegen de andere spelers allemaal geldige strategieen zijn om punten te verzamelen. Er is veel interactie tussen de spelers; vooral indirect, maar door het aanvallen van forten bevat het spel ook een behoorlijk hoeveelheid directe interactie.

Een minpuntje is dat het bouwen van de forten nogal abstract is. De forten zijn naamloos, wat vooral in Europa vreemd overkomt. Het is niet duidelijk wat de verbindingen tussen de forten thematisch gezien betekenen. Deze verbindingen zijn ook slecht aangegeven op de kaart: door hun witte kleur zijn ze moeilijk te zien, en doordat ze over de hele kaart kronkelen ook moeilijk te volgen. Maar dat zijn details.

Endeavor is voor mij geen absolute topper, maar goed genoeg om vaker te spelen. En dat is voor een spel over de handel met de Nieuwe Wereld geen vanzelfsprekendheid.

zaterdag 28 augustus 2010

Spellen aan Zee

Dit weekend is in Den Haag de spellenbeurs Spellen aan Zee.  't Is voor mij maar een half uurtje fietsen, dus was ik vanmiddag om een uur of twee bij het bridge-centrum aan de Kerketuinenweg. De lokatie was goed te herkennen: de Belgische bus van de uitgever Asmodee stond voor de deur geparkeerd.

Binnen waren de tafeltjes redelijk goed bezet. Dat is goed nieuws voor de organisatie; het is altijd even afwachten of een beurs gaat lopen, maar voor een eerste editie viel de publieke opkomst (na een aarzelende start 's ochtends) niet tegen. De beurs was verdeeld over een aantal kleine zaaltjes, en was daarom niet heel overzichtelijk. In een aantal kraampjes verkochten winkelieren hun waren. Hier kwam ik onder andere de gloednieuwe Agricola Goodies-box tegen. Niet gekocht, want ik heb het grootste deel van de inhoud al. Ook de nieuwe kaart voor Hoogspanning (Benelux en Midden-Europa) lag er.

Na even rondgekeken te hebben, ging ik aan een tafeltje zitten voor een eerste spel: het abstracte twee-persoonsspel Avalam van Asmodee. Dit was een demonstratiemodel; later zag ik de kleinere normale spellen ook liggen. Avalam doet een beetje denken aan de GIPF-serie, vooral aan DVONN en TZAAR. Je probeert je eigen speelschijven op de schijven van je tegenspeler te zetten, totdat je torens hebt gebouwd die niet meer geslagen kunnen worden. Wie aan het eind de meeste torens heeft, wint. De regels zijn simpel, maar het spel lijkt toch meer diepgang diepgang te hebben dan je na de uitleg zou denken.

Het tweede spel dat ik speelde was Forbidden Island. Dit blijkt een aanrader te zijn. Het is een light-versie van Pandemie. De spelmechanismen zullen bekend zijn voor iemand die met dat eerdere spel van dezelfde ontwerper heeft gespeeld. Forbidden Island is wel een stuk simpeler en korter dan zijn grote broer, maar heeft evenveel spanning. In plaats van het uit de wereld helpen van een aantal enge ziektes ben je dit keer met een groep avonturiers op zoek naar vier schatten op een eiland, dat langzaam aan het onderlopen is. Ik denk erover om dit spel aan te schaffen zodra het in Nederland te koop is (of misschien in oktober op Essen). Met zijn korte speelduur zie ik het wel regelmatig gespeeld gaan worden als startspel van een spellenavond.

Daarna speelde ik nog 2 potjes Havannah, een spel dat veel weg heeft van Hex of Twixt. Op een zeshoekig veld dat onderverdeeld is in kleine zeshoeken probeer je 2 hoeken of 3 zijkanten met elkaar te verbinden. Dit is een echte brainburner; mijn tegenstander was bekend met het spel (en bovendien een ervaren Go-speler); geen wonder dus dat ik twee keer ben ingemaakt.

Ondertussen waren ook de dozen met Kolonisten-spellen aangekomen, waarmee morgen het NK Kolonisten van Catan gehouden gaat worden. Ik zit in de wedstrijdleiding daar, dus ik moet (op zondag!) morgen al om negen uur op de beurs aanwezig zijn. Er worden drie ronden gespeeld: een met het basisspel, een keer met de Zeevaarders-uitbreiding, en een met het nieuwe zelfstandige spel Kolonisten van de Lage Landen.

Deze eerste dag van Spellen aan Zee was wat mij betreft geslaagd. Volgens mij was er was een goede verhouding tussen het aantal spelers en het aantal demonstratietafeltjes, waardoor het niet moeilijk was om een spel te vinden om te spelen, maar het toch gezellig druk was. Het zou mij niets verbazen als deze spellenbeurs ("de grootste in de Randstad") volgend jaar een tweede editie kan beleven.

dinsdag 24 augustus 2010

Spiel 2010: vooruitblik 1

Over 2 maanden ga ik weer naar Spiel, de grootste spellenbeurs ter wereld. Hoog tijd om een verlanglijstje te beginnen. Of het toeval is weet ik niet, maar de spellen waar ik het meest naar uitkijk zijn bijna allemaal kaartspellen. Aan de ene kant is dat fijn, want kaartspellen zijn handiger mee te nemen dan bordspellen; aan de andere kant shop ik in Essen toch wel net zo lang tot mijn tas vol is...

Enkele hoogtepunten tot nu toe:

  • Dominion: Prosperity, de nieuwste uitbreiding op Dominion; de 4e alweer. Zo wordt het een duur spel, want iedere doos kost in Essen al gauw een euro of 30. Maar als je bedenkt dat ik het spel al zo'n 150 keer gespeeld hebt, is het dat wel waard. Prosperity gaat zeker mee naar huis, tenzij ik 'm al eerder in de winkel tegenkom.
  • Bargain Hunter, ofwel Schnäppchen Jagd. Onder die Duitse titel ken ik dit spel, dat al lang uitverkocht is maar weer opnieuw wordt uitgebracht. Het is een eenvoudig slagenspelletje van Uwe Rosenberg, uit de tijd dat hij nog goede kaartspellen produceerde.
  • Glory to Rome, de tweede editie. De eerste editie kreeg op BGG goede kritieken. Het zou aan Race for the Galaxy moeten doen denken, maar dan beter. Dat klinkt veelbelovend. En het veelbesproken uiterlijk van de kaarten... ach, ik vind ze er wel grappig uitzien, dus ik wacht niet op de Duitse uitgave, die naar verluidt door Klemens Franz (bekend van Agricola) geillustreerd gaat worden.
  • Innovation, van dezelfde auteur als Glory to Rome. Ook hier hoor ik veel goede berichten over. Het zou gaan om een snel en interactief spel, waarin alle kaarten hun eigen mogelijkheden hebben, die op alle mogelijke manieren te combineren zijn.
  • Tichu (of Tai Pan), het traditionele Chinees-Zwitserse kaartspel. Mijn 5e exemplaar van dit spel raakt al aardig versleten, dus loop ik ook dit jaar weer even langs de stand van Fata Morgana om een nieuwe set te kopen.
  • Haggis, het kleine broertje van Tichu. Ik heb dit nu 1 keer gespeeld, en ben er erg over te spreken. De ontwerper heeft een poging gedaan om een 2- en 3-persoonsspel te maken dat hetzelfde spelplezier geeft als Tichu, en dat is wonderwel gelukt. Natuurlijk zitten in Haggis niet alle nuances van het partnerspel dat Tichu zo uitzonderlijk goed maakt, maar het geeft voldoende spanning en plezier om in mijn boodschappentas te verdwijnen.

zondag 22 augustus 2010

Eerste indruk: Tycoon

Normaal ben ik niet erg weg van meerderheidsspellen, maar Tycoon mag er wezen. Het is al een wat ouder spel, dat een paar jaar geleden opnieuw is uitgegeven onder de naam El Capitan, met een gewijzigd thema en een vernieuwde vormgeving. Daarover later meer. El Capitan had ik al een keer gespeeld, maar Tycoon was nieuw voor me toen ik het onlangs voor het eerst speelde.

Als speler ben je een vastgoedmagnaat, in de stijl van Donald Trump. (Zo'n type als op de voorkant van het spel groot staat afgebeeld, dus.) In 9 wereldsteden proberen zij een imperium op te bouwen van hotels en fabrieken. Dat kost geld, maar 3 keer per spel is er een betaaldag, en dan krijg je (als het goed is) je investeringen meer dan terug. Wie aan het eind van het spel het meeste geld heeft, wint!

Iedere speler wordt op het bord gerepresenteerd door een grappig vliegtuigje. In je beurt kan je eerst een of meer vliegtickets kopen, en vervolgens mag je vliegtickets uitspelen om naar een stad te vliegen. Daarna mag je 1 hotel of fabriek bouwen in de stad waar je bent. Bij een betaaldag ontvangt de speler die de meeste hotels in een stad heeft de volledige waarde van de stad (die bepaald wordt door het totaal aantal hotels daar); de speler met het op-een-na-hoogste aantal hotels krijgt de helft daarvan. Ook de eigenaar van een fabriek in die stad krijgt de halve waarde, maar fabrieken zijn een stuk duurder dan hotels en er kunnen er maar 2 per stad staan.

Je bent tijdens je beurt afhankelijk van welke vliegtickets er beschikbaar zijn, maar je kan vooraf je beurt al plannen door in voorgaande beurten al de goede vliegtickets te kopen. Dat is wel gevaarlijk, want per stad kunnen er maar 2 vliegtuigjes staan, en als een stad dus vol is, zal je je plannen moeten wijzigen. Ook zal je op de acties van de andere spelers moeten reageren als ze in een bepaalde stad de meerderheid van je over dreigen te nemen, en dat gebeurt best vaak. Het is namelijk vrijwel niet mogelijk (en ook onrendabel) om in een stad een grote voorsprong op te bouwen.

Kortom, het is een spel vol (indirecte) interactie. Vaak strijden 3 of 4 spelers om de heerschappij in een bepaalde stad, en je moet dus op alle andere spelers letten. Daarbij moet je, vooral in de eerste fase van het spel voor de eerste betaaldag, goed op je geld letten, want dat is erg krap bemeten. Gelukkig kan je geld lenen, maar dit kost een beurt, en als je dit te vaak moet doen, ben je kansloos. Maar hoe meer geld je investeert, des te meer je verdient.

Tycoon is een aanrader, al doet de vormgeving van het spel misschien anders vermoeden. Het doet erg denken aan een familiespel uit de jaren-90, bijvoorbeeld door het gebruik van veel primaire kleuren. Maar dat belemmert het speelplezier in het geheel niet.

Hoe anders is het met het spel El Capitan. Deze heruitgave van Tycoon heeft prachtige graphics, maar hierbij is de ontwerper de speelbaarheid totaal uit het oog verloren. Zo zijn de namen van de steden in El Capitan geschreven in een vrijwel onleesbaar lettertype, en gebruikt het spel veel te onduidelijke icoontjes om aan te geven welke steden er op een vliegticket staan. El Capitan is daardoor naar mijn mening onspeelbaar, zeker als je aan de verkeerde kant van het bord zit. Ik heb het destijds dan ook een 4 gegeven (op een schaal van 1 tot 10); daarentegen denk ik dat Tycoon uitkomt rond de 7,5. Zoveel verschil kan een speelbare vormgeving dus maken.

Nieuw: een blog Over Spellen

Wat de wereld nodig heeft, is nog een blog over spellen. Met die gedachte open ik hierbij dit blog, waarvoor ik de toepasselijke titel "Over Spellen" bedacht heb. Want hier zal ik mijn mening over diverse bord- en kaartspellen laten horen, zowel in uitvoerige spelbesprekingen als in kortere overdenksels.

Maar dit blog had ook zomaar "Over Spelen" kunnen heten. Want ik wil ook mijn algemenere ideeen over het spelen van spellen op dit blog neerpennen. En ook de titel "Over Spelers" was mogelijk geweest, want goede medespelers zijn natuurlijk ontontbeerlijk voor een gezellige spellenavond, en ze zullen op deze plek ook voorbij komen, vermoed ik.

Kortom, dit blog is bedoeld voor alles wat ik omtrent het begrip "spel" kwijt wil. Maar de titel "Over Spel" zou misschien de verkeerde verwachtingen wekken...

Welkom dus, op "Over Spellen".