zondag 12 september 2010

Eerste indruk: It Happens

De naam van het spel "It Happens" was in de originele Duitse uitgave nog twee letters langer. Voor het internationale publiek is de titel echter aangepast; tenslotte is dit spel bedoeld voor spelers vanaf een jaar of 8, en op die leeftijd kennen ze het woord "shit" natuurlijk nog niet. Vooral in Amerika wordt hier nogal een probleem van gemaakt.

Affijn, It Happens dus. Maar wat er precies happent, daar is de titel niet heel duidelijk over. Het blijkt een aardig maar vederlicht dobbelspelletje te zijn. Het gaat over een miereneter, maar dat thema heeft met het spel zelf eigenlijk niets te maken, op de aardige tekeningen op de speelborden na.

Het spel voltrekt zich in 4 ronden, waarin steeds 3 speelborden worden opengelegd. In totaal bevat het spel 12 borden, dus dat komt mooi uit. Op ieder bord staan 5 kolomen met 1 tot 3 vakjes voor dobbelstenen. Iedere speler heeftt 5 dobbelstenen in zijn eigen kleur.

Om de beurt gooi je nu met 1 dobbelsteen. Daarna moet je deze op 1 van de borden plaatsen. Als je 'm op een bord plaatst waar je nog niet staat, moet je altijd de meest linkse vrije kolom kiezen. Kies je een bord waar je al wel staat, dan moet jede dobbelsteen in dezelfde kolom zetten als je vorige dobbelstenen op dat bord. Is die kolom al vol, dan kan je dus niets meer op dat speelbord kwijt.

Sommige vakjes bevatten een afbeelding van een worm of een stuk afval (een handschoen, een halve bril, een schatkaart, et cetera). Als je op een van deze vakjes gaat staan, krijg je een fiche met het afgebeelde plaatje. Wormen kan je later in het spel inzetten om een dobbelsteen opnieuw te gooien; afvalfiches leveren aan het eind van het spel bonuspunten op.

Hebben alle spelers 5 keer gegooid, dan is de ronde voorbij, en worden er per speelbord punten uitgedeeld: de meeste voor de speler met de meeste ogen op dat bord; wat minder voor de speler op de tweede plaats. Ook zijn er op ieder bord extra wormen te verdienen voor spelers die precies een bepaald aantal ogen hebben gegooid. Vaak is dat aantal ogen 1 of 2, zodat de wormen vooral naar de verliezers op dat bord gaan, bij wijze van troostprijs.

En dat dus 4 ronden lang, met aan het eind nog 1 punt per worm, 10 punten voor de speler met de meeste verschillende afvalfiches, en 5 punten als je van een bepaald afvalfiche er 2 of meer hebt. De speler met de meeste punten wint!

Alle dobbelspelletjes hebben natuurlijk een geluksfactor, maar in It Happens is deze factor wel erg groot. Mijn indruk is dat je eindscore voor minstens driekwart afhangt van hoe hoog je gooit. En dat kan erg verschillen tussen de spelers, omdat iedereen maar 20 keer gooit in het hele spel (even afgezien van het inzetten van een worm). Aan de andere kant zijn de keuzes van iedere speler eigenlijk heel simpel: na iedere worp heb je maximaal 4 mogelijkheden: overgooien (als je een worm hebt), of de dobbelsteen op een van de 3 borden zetten (voor zover je kolom nog niet vol is). En meestal is de keuze niet moeilijk.

De naam "Shit Happens" suggereert dat de spelers belaagd zullen worden door allerhande rampspoed, maar dat valt tegen. Je gooit een 3 terwijl je een 4 nodig hebt, of iemand anders zet zijn dobbelsteen in de kolom met de afgedankte luidspreker die jij graag had willen hebben. Erg dramatisch is het niet.

Als je een dobbelspelletje zoekt waarvoor strategie nodig is, en waarin je je tegenstanders wel dwars kan zitten, dan kan je beter Regenwormen of Sushibar nemen. It Happens valt in een veel luchtigere categorie. Best genietbaar als tussendoortje, of als je het met heel jonge spelers wilt kunnen spelen. Maar kies in dat geval alsjeblieft wel de gekuisde internationale editie.

dinsdag 7 september 2010

Race for the Galaxy: 111 punten

Peter Hein had het al gezegd: met de nieuwste uitbreiding erbij zijn scores boven de 100 mogelijk, maar mij was het nog niet gelukt. Tot ik vanavond het volgende tableau bij elkaar speelde:
Maar liefst 111 punten, dankzij de prestigepunten die ieder 3 punten waard waren.

Mijn oude record, zonder Brink of War, was 88 punten.

zaterdag 4 september 2010

Augustus 2010

De afgelopen maand heb ik op 14 dagen in totaal 29 verschillende spellen gespeeld. Het vaakst speelde ik Dominion (14x), Taipan (8x), Pandemie (6x) en Fits (3x).

Van alle spellen die ik deze maand voor het eerst speelde was Forbidden Island het beste. Vergeleken met Pandemie, de grote broer, heeft Forbidden Island minder regels en dus minder complexiteit, maar niet veel minder spanning.

De eenvoudigere regels betekenen dat Forbidden Island voor andere gelegenheden geschikt is dan Pandemie. Bij cooperatieve spellen heb je al snel dat een van de spelers het spel domineert, omdat hij de regels beter kent. Bij Pandemie ben ik die speler vaak zelf, omdat ik het nogal eens met nieuwe spelers speel. Als ik het voor die andere spelers leuk wil houden, moet ik me erg inhouden om hun niet alles voor te zeggen, wat vaak inhoudt dat ze het (naar mijn mening) niet handig doet, en dat vind ik zelf dan weer niet leuk.

Goed dus, dat er nu een eenvoudiger spel is. Bovendien duurt het korter, en kan het dus vaker gebruikt worden als tussendoortje. Ik hoop dat Forbidden Island binnenkort ook hier in Nederland te koop zal zijn.

Mijn andere nieuwe spellen waren:
  • Pinguin, dat eruit ziet als een kinderspel, maar dat in werkelijkheid een stevig abstract spel blijkt. Het blijft ook leuk met meer dan 2 spelers (mijn eerste spellen waren met 3), wat niet voor alle abstracte spellen geldt.
  • Fits, de bordspelvariant van Tetris, en bijna net zo verslavend
  • Dungeon Lords, een bordspel dat minder ingewikkeld is dan de omvang van de spelregels doet denken. Ik heb me prima met dit spel vermaakt, maar vraag me af of het (zeker met 2 spelers) niet meer werk dan spel is. Maar nu ik de regels eenmaal onder de knie heb, wil ik het ook wel vaker spelen.
  • Tycoon, een niet onaardig ouder spel over het opbouwen van een zakenimperium. Zie mijn verslag elders op dit blog.
  • Endeavor, een goed eurogame met een weinig origineel thema. Ik heb er een blogje over geschreven.
  • Byzanz, een leuk veilingspelletje. De truc van het spel is dat er iedere ronden een aantal setjes kaarten ter veiling worden aangeboden. Aan het eind van iedere ronde worden de kaarten waarmee betaald is weer teruggegeven aan de spelers. De speler die de minste kaarten heeft gekocht op de veiling mag als eerste de kaarten kiezen die hij terugkrijgt. Zo moet je iedere ronde overwegen of je veel kaarten wilt kopen of dat je ervoor gaat om de beste kaarten terug te krijgen.
  • Havannah, een spel dat erg doet denken aan het spel Hex. In Havannah moet je drie zijkanten of twee hoeken van het zeshoekige bord met elkaar verbinden. Dat is nog best lastig. Een goed spel voor Go-spelers.
  • Avalam, nog een abstract spel. Probeer zoveel mogelijk torentjes van stenen te bouwen met jouw kleur bovenop. Het lijkt een makkelijk spel, maar tijdens het spelen kwam ik erachter dat het toch dieper is dan ik dacht.
  • Parade, een simpel kaartspelletje. Eigenlijk te simpel; het kon mij niet echt boeien.