vrijdag 4 maart 2011

Februari 2011

In februari heb ik 30 verschillende spellen gespeeld, bij elkaar 45 keer. Het meest gespeeld was, zoals al enkele maanden het geval is, Dominion.

Tussen die 30 spellen zaten slechts 4 nieuwe spellen. Hieronder staan ze, met de beste voorop:

Imperial 2030. Over 20 jaar zijn er 6 wereldmachten, die lijken te strijden om de heerschappij: de VS, Braziliƫ, de EU, Rusland, China, en India. Maar eigenlijk hebben enkele schatrijke figuren op de achtergrond de touwtjes in handen.

Imperial lijkt oppervlakkig op het aloude Risk, maar er zijn twee grote verschillen. Ten eerste speelt het toeval geen rol. Als je met een leger van 4 eenheden een landje met 2 eenheden aanvalt, wordt er niet gedobbeld, maar weet je van tevoren hoe het afloopt: aanvallers en verdedigers worden in gelijke hoeveelheden verwijderd, en dus blijven er 2 eenheden van de aanvallende partij over.

Maar een nog veel belangrijkere wijziging: het doel is niet om de wereld te veroveren. Nee, de spelers zijn aandeelhouders in de wereldmachten, en proberen zoveel mogelijk belastinggeld van de staatskas in hun eigen pocket te laten stromen. Daarvoor is het wel noodzakelijk om enig succes te hebben met veroveringen, maar als een imperium te groot wordt, wordt het instandhouden van je leger erg duur waardoor het land geen geld meer overhoudt.

Zo probeer je de balans te vinden tussen landen laten groeien, en ze uit te knijpen. En tijdig andere aandelen te kopen, als je eigen landje dreigt vast te lopen. Imperial duurt redelijk lang, maar boeit tot de laatste minuut.

The Great Fire of London: 1666. Het gevoel dat ik bij dit spel heb, lijkt wel op dat van Pandemie: de spelers werken samen om de brand te blussen die in 1666 in Londen uitgebroken is (waar gebeurd verhaal). Als je aan de beurt bent, moet je eerst een kaart spelen die het vuur uitbreidt naar nieuwe wijken; daarna krijg je een aantal acties die je kan gebruiken om de brand in een wijk te blussen.

Omdat het vuur zich wel iedere ronde uitbreidt, kan je niet heel Londen behoeden. In bijna iedere beurt gaan er weer huizen in vlammen op. Dat is natuurlijk erg, maar vooral als het je eigen huizen zijn. Iedere speler heeft namelijk 20 huizen op het bord, waarvoor hij aan het eind punten krijgt. Je moet dus proberen het vuur naar de huizen van je tegenstander te leiden. Als je het vuur liever wil tegenhouden, kan je soms ook een wijk opblazen met buskruit, zodat het vuur zich niet kan verspreiden. Deze inspanningen om Londen te behouden worden je echter niet altijd in dank afgenomen...

Great Fire is zeker geen coƶperatief spel. Omdat je iedere beurt wel iemand aan kan vallen, is het zelfs een behoorlijk gemeen spel. Maar wel leuk. Helaas heb ik het de laatste keer niet helemaal goed gespeeld; geen wonder, want de regels zijn vrij ingewikkeld. Maar het is de moeite zeker waard.

Memo Street. Reiner Knizia maakt nu vooral dobbelspelletjes. Een paar jaar geleden kwam echter deze variant van Yahtzee op de markt, waarin hij de dobbelstenen helemaal weggelaten had. In plaats daarvan zijn er een groot aantal tegeltjes gekomen, met de nummers 1 tot en met 6. Die worden ondersteboven neergelegd, zoals bij Memory.

Iedere beurt draait een speler 3 tegeltjes om, en probeert daarmee een (yahtzee-)combinatie te maken. De tegeltjes die hij daarvoor gebruikt, legt hij op zijn speelbord, en de rest wordt weer teruggelegd. Volgende spelers kunnen daar vervolgens gebruik van maken, als ze nog weten welke tegeltjes het waren en waar ze liggen.

Helaas wordt dit spel nooit echt spannend. Welke tegeltjes je omdraait is voornamelijk geluk; bekende tegeltjes worden namelijk meestal al heel snel gebruikt, zodat je toch vrij vaak 3 onbekende tegeltjes moet proberen. Ik zie dit spel niet snel meer op tafel komen.

Gladiator. Nog een oude, mij tot nu toe onbekende Knizia. Dit keer stuur je groepjes gladiatoren de arena in om elkaar te bevechten. En dat beviel mij slecht. Doordat ik aan het begin van het spel al een paar gevechten verloor, stond ik er zwak voor, en kon ik nauwelijks nog gevechten winnen. Eigenlijk zat ik mij erg te vervelen. En dat was niet eens mijn eigen schuld, want in dit spel hebben de dobbelstenen de hoofdrol.

Het enige interessante van het spel is het opbouwen van je gladiatorenteams. Helaas is het in je eerste spel totaal niet duidelijk hoe goed verschillende combinaties van gladiatoren zijn, zodat ook dit deel van het spel erg random voelt. Dat zou misschien veranderen als je het vaker zou spelen, maar daar heb ik helemaal geen behoefte aan.

Appeltjes plukken. Dit kinderspel heb ik op verzoek van Dagmar meegenomen naar een spellendag. Het stond al sinds mijn vroegste kinderjaren bij mijn ouders, en ik zal het daar ook weer terugbrengen. Want Appeltjes plukken verdient geen plaats in mijn spellenkast. Omdat je totaal geen beslissingen hoeft te nemen, is dit spel alleen interessant voor de allerkleinste kinderen. Zelfs de dochter van Peter Hein, die qua leeftijd toch in de doelgroep van dit spel valt, vond er niet echt veel aan.

dinsdag 1 maart 2011

Appeltjes en Peertjes

Vanmiddag ben ik weer langsgeweest bij de kringloopwinkel. Tot mijn grote blijdschap zag ik daar het party-spel Appels en Peren liggen. Ik heb dat spel al een paar keer gespeeld, en vind het echt een leuk spel om te spelen, dus die doos heb ik mee naar huis genomen. En over die doos wil ik het nu even hebben, want daar is iets mis mee.

Appels en Peren heeft een doos van A4-formaat. Dat moet ook wel, want er zit heel wat in: 300 kaarten, een plastic kaartenhouder, en een stuk roze karton. Maar voor het spel heb je alleen die 300 kaarten nodig. En die zijn samen een stuk kleiner.

Als je de overbodige rotzooi uit de doos laat, dan zie je dat de doos een heel stuk kleiner gekund had. In feite koop je 80% lucht met dit spel. Het is heel begrijpelijk dat een fabrikant zijn spel graag zo groot mogelijk verpakt. Dan valt het immers in de winkel meer op, en je kan er ook een hogere prijs voor betalen. Maar voor mij is het vervelend. Met zo'n 230 spellen zit mijn spellenkast zowat vol, dus ik stel een grote doos niet erg op prijs als het niet echt nodig is. het moment dat ik spellen moet gaan verkopen omdat ik anders geen plaats heb voor nieuwe komt snel dichterbij.

En daarom heb ik de schaar in de doos gezet. Een beetje aarzelend, want het doet toch een beetje pijn om een spel te verminken, zelfs al is het een tweedehandse van de kringloopwinkel. Maar het resultaat mag er zijn, al zeg ik het zelf. Mijn Appels en Peren zit nu in een schattig klein doosje, dat voor 90% vol zit met kaarten. Zo heeft het wel een plaatsje op de plank verdiend.

Ik heb nog wel meer spellen die te ruim in hun jasje zitten. Binnenkort gaat Gepakt en gezakt onder het mes. Op deze manier kan ik makkelijk nog wel 200 spellen kwijt.